Dag 2.
Maandag 24 december 2012
Kasteel van Kolossi,
bezoek aan Larnaka en Kiti
Afstand: 212 km
Zie Routekaart kleur rose
We staan om 07.00 uur op.
Het bed zorgde voor een goede nachtrust.
Om 07.30 uur gaan we naar het ontbijtbuffet en maken kennis met reisgenoten die
ook voor een plekje aan onze tafel hebben gekozen.
Anders dan tijdens onze laatste vakanties aan de Turkse Westkust en in Macedonië
biedt het buffet hier wel overheerlijke dikke yoghurt. Voor ons kan het ontbijt
daarom eigenlijk niet meer stuk.
Om even voor 08.30 uur lopen we gezamenlijk naar de bus, omdat die niet tot voor de ingang van het hotel kan komen. De zon schijnt al.
Op het programma staat een bezoek aan het Kasteel van Lemesos, maar dat blijkt vandaag gesloten. Claudia neemt ons daarom mee naar het Kolossi kasteel vlakbij -hoe kan het eigenlijk anders- Kolossi, zo'n 11 km ten westen van Lemesos.
|
Vlak vóór het kasteel staat een 200 jaar oude rosewood tree. De rozenhout boom is 26 m hoog en heeft een stamomtrek van 4,80 m. Een zware tak moet worden ondersteund. Achter de boom staan nog de resten van het aquaduct dat zorgde voor de watertoevoer naar het kasteel.
|
Het kruisvaarderskasteel van
Kolossi is een goedbewaarde burcht. Het originele kasteel werd gebouwd in 1210
door de Ridders van de Orde van St. Jan van Jeruzalem, ook Johannieterorde en
later Maltezerorde genoemd, toen het gebied door koning Hugo I aan hen werd
geschonken. De burcht werd de zetel van hun belangrijkste Commanderie. De
Johannieterorde was een orde van hospitaalridders en tempeliers die gezworen
hadden de routes naar het Heilige Land te beschermen en onderdak te verlenen aan
bedevaartgangers op weg naar Jeruzalem.
Het kasteel was van strategisch belang en beschermde grote landerijen bestemd
voor de productie van suiker. De gebouwen, waar deze suikerproductie werd
verwerkt, liggen in de onmiddellijke nabijheid van het kasteel. De
suikerproductie was in de Middeleeuwen één van de belangrijkste exportproducten
van het eiland Cyprus.
Na vernietiging door de Genuezen werd in 1454 de huidige burcht opgetrokken door
-opnieuw- de Maltezerorde. Bouwheer was Louis de Magnac, getuige de wapensteen
van de Lusignans op de oostelijke muur waarvan de kwartieren de wapens van
Jeruzalem, Cyprus en Armenië tonen. Dit wapen weerspiegelt de ingewikkelde
historische situatie in de Middeleeuwen in het oostelijke
Middellandse Zeegebied. Louis de Magnac was kennelijk familie van de Lusignans,
ook uit Frankrijk afkomstig. De Lusignans waren lange tijd ook koning van
Jeruzalem en ze hadden toen ook belangen in Armenië.
Het kasteel -een mooi voorbeeld van militaire architectuur- is een 21 m hoge vierkante toren met 3 verdiepingen. De muren zijn 1,25 m dik. De begane grond was eigenlijk de kelderruimte. Die was verdeeld in 3 delen, waarvan 2 een cisterne hadden. De kelder werd waarschijnlijk gebruikt als opslagplaats. In het midden van de oostelijke gevel voert een trap en een korte ophaalbrug naar de 1e verdieping. Daar was de ingang van het kasteel. Van de 2 ruimtes op die verdieping -ze waren 13,5x6 m groot- was er waarschijnlijk één de keuken. In de andere ruimte is nog een muurschildering te zien van de Kruisiging. Dat duidt erop dat er in die ruimte waarschijnlijk gebeden werd. Een trap voert dan naar de 2e verdieping. Die 2e verdieping was ook verdeeld in 2 grote ruimten. Die hadden allebei een grote schouw. Het was de woning van de bevelhebber. Het dak van het kasteel is voorzien van een borstwering ten behoeve van de verdediging.
|
|
|
Ten zuiden van het kasteel bevindt zich een binnenplaats, omringd door muren en de ruïnes van een bijgebouw, waarschijnlijk een stal of een opslagplaats. In de zuidwestelijke hoek van het gebouw was een ingang die werd beschermd door een ronde toren. Ten oosten van het kasteel werd een suikerfabriek in onttakelde staat teruggevonden. Het suikerriet werd daar verpulverd door molens die draaiden door water dat afkomstig was van het nabijgelegen aquaduct.
|
In deze regio wordt ook de
traditionele zoete wijn van Cyprus geproduceerd en geëxporteerd, de wijn die
bekend werd als “Vin de Commanderie” of Commandaria. Commandaria is nu één van
de oudste wijnnamen ter wereld; de wijn draagt al 8 eeuwen dezelfde naam.
Alle citrusvruchten die je maar kunt bedenken, worden rondom Kolossi gekweekt.
De bomen leveren zo'n 30 jaar een goede opbrengst. Tussen de plantages is steeds
een rij hoge cipressen geplant om de citrusbomen tegen de wind te beschermen. De
citrusvruchtenoogst wordt grofweg voor een derde deel geëxporteerd, een derde
deel is bestemd voor de eigen consumptiebehoefte en het laatste derde deel wordt
in sappen omgezet. Tussen de plantages in zien we verschillende
verpakkingsfabrieken.
We gaan om 09.30 uur terug naar
Lemesos, voorheen Limassol. Daar wacht ons een stadswandeling onder leiding van
Claudia.
Lemesos, is een belangrijke havenstad die ligt aan de zuidkust van het
eiland, aan de Middellandse Zee. Lemesos is op de hoofdstad Lefkosia -voorheen Nicosia- na de
grootste stad van Cyprus. Het heeft nu 184.000 inwoners.
De stad Lemesos ligt tussen de vroegere antieke steden Amathus en Kourion
(Curium). Hoewel die plek al sinds prehistorische tijden wordt bewoond, met
graven uit 2000 v. Chr. en bewijzen van kolonisatie in de 4e eeuw v. Chr., werd
Lemesos pas gesticht na de vernietiging van Amathus in 1191 door de
Engelse koning Richard Leeuwenhart.
In 1192 werd Cyprus verkocht aan de Tempeliers, maar wegens de hoge belastingen
die ze aan de lokale bevolking oplegden, kwam die al snel in opstand en kwam
het eiland in handen van Guy de Lusignan, wat een periode van voorspoed van
ongeveer 3 eeuwen inluidde voor het eiland in het algemeen en Lemesos in het
bijzonder.
|
Vanaf de 13e eeuw werd Lemesos het belangrijkste handelscentrum van Cyprus, met
erg veel handelaren uit het hele Middellandse Zeegebied die zich in de stad
vestigden. De stad was strategisch gelegen op verschillende internationale
handelsroutes en zijn veilige haven was een verplichtte aanlegplaats voor veel
schepen, waardoor Lemesos een enorme financiële en culturele ontwikkeling
kende.
In het begin van de 15e eeuw was Lemesos uitgegroeid tot een welvarend
piratennest van waaruit zeerovers de landen langs het Oostelijke Middellandse
Zeegebied afstroopten en alle Mohammedaanse schepen plunderden. Tussen 1424 en
1426 stuurden de Egyptische Mamelukken verschillende expedities ter vergelding.
Alle kuststeden, waaronder Lemesos, Famagusta en Larnaka werden geplunderd en
zo goed als volledig vernietigd, waarna de Egyptische troepen terugkeerden naar
Cairo.
In 1489 werd Cyprus verkocht aan de Venetianen. Die waren alleen maar
geïnteresseerd in de belastingen en de natuurlijke rijkdommen van het eiland. De
levensomstandigheden van de lokale bevolking gingen gevoelig achteruit. In 1539
ontmantelden de Venetianen de burcht van Lemesos.
De Ottomaanse Turken veroverden Cyprus in 1570 en namen Lemesos in zonder enige
weerstand, waarna het nog maar eens afgebrand werd. Na deze acties was Lemesos
weinig meer dan een dorp met een groot aantal inwoners.
In 1878 namen de Britten de controle over Cyprus over en vanaf de eerste jaren
was er een duidelijke verbetering van de situatie in Lemesos. Wegen en
havenfaciliteiten werden gerenoveerd of volledig herbouwd en dat leidde tot
een enorme opleving van de economie van de stad. Ook werden al snel een
postkantoor, een telegraafstation en een hospitaal geopend, gevolgd door een
drukkerij en de eerste kranten van het eiland.
Bij de onafhankelijkheid van Cyprus in 1960 bleek het bevolkingsaantal gestegen
van 6.000 tot meer dan 40.000, voor het grootste deel christenen. Het Turkse
deel van de bevolking van Lemesos werd in 1974, na de invasie van Turkije in
het noorden van het eiland, overgebracht naar Noord-Cyprus. Daartegenover kwamen
veel Grieks-Cyprioten uit het noorden in Lemesos terecht. Voor de stad had de
invasie van de Turken vooral positieve effecten aangezien Famagusta in het
bezette gebied lag en Lemesos nu werd uitgebouwd tot de grootste haven en
toeristische bestemming van Cyprus.
|
De wandeling voert eerst langs
het kasteel dat we oorspronkelijk zouden bezoeken, maar dat vandaag gesloten
blijkt.
Het 14e-eeuwse kasteel werd vlakbij de oude
haven gebouwd op de plek waar eerder een Byzantijns fort stond. Het kasteel ziet
eruit als een burcht. Volgens de overlevering trouwde Richard Leeuwenhart,
koning van Engeland en leider van de Derde Kruistocht, in de kapel van deze
burcht met Berengaria van Navarra. De Derde Kruistocht (1189-1192) was een
poging ondernomen door Europese leiders om het Heilige Land te heroveren op
Saladin. Hij was grotendeels succesvol, maar het ultieme doel -de herovering van
Jeruzalem- werd niet behaald. De Venetianen versterkten in de 16e eeuw
de muren in het kader van hun fortificatieplannen tegen de dreigende aanvallen
van de Turken. In 1570 veroverden de Ottomanen het kasteel en gebruikten het als
garnizoensplaats en gevangenis. Tijdens de Britse overheersing fungeerde het als
politiebureau. Archeologen denken dat het kasteel oorspronkelijk veel groter was
dan het tegenwoordig is. In het kasteel is het Museum voor de Middeleeuwen gehuisvest.
Rondom het kasteel ligt een kerkhof uit het Ottomaanse Rijk.
We lopen door straatjes waar
vroeger kleermakers, ijzerverwerkers, kledenverkopers en andere
beroepsbeoefenaars gevestigd waren. We zien huizen uit de Engelse periode.
Claudia wijst ons zelfs op het eerste flatgebouw van Lemesos. Het Nederlands
consulaat is naast het stadhuis en tegenover het oude postkantoor gevestigd.
We bezoeken een oude markthal.
|
|
Opvallend vinden we dat er zo weinig vis wordt aangeboden en vis die te koop is, is heel behoorlijk aan de prijs. Vis is voor Cyprioten een delicatesse. De hele Middellandse Zee schijnt te zijn leeggevist.
Om 10.15 uur kunnen we een uurtje
koffie drinken op het plein achter de markthal en wat wandelen door de
straatjes. In bijna elk straatje staat wel een Orthodoxe kerk.
Om 11.15 uur lopen we naar de bus. Onderweg komen we langs een
universiteitsgebouw. Het is te herkennen aan het
logo van de Cyprus University of Technology.
Dat embleem zullen we later op de reis als mozaïek zien. Dat is dan in Kourion,
in een mozaïekvloer in het Huis van Eustolios.
|
Om 11.30 uur al vertrekken we
naar Larnaka. We rijden over de oude kustweg vrijwel direct langs het oude
stadskoninkrijk Amathous. We zien een groot geplaveid forum met resten van een
zuilengalerij.
Het oude stadskoninkrijk Amathous in de Baai van Lemesos werd waarschijnlijk
gesticht door de Grieks-Myceense kolonisten in de 12e en 11e eeuw v. Chr. en was
één van de belangrijkste koninkrijken waar Kyprida Aphrodite werd vereerd.
Bij Amathous is de grootste stenen vaas ter wereld gevonden die nu in het Louvre
tentoongesteld staat.
|
We verlaten de oude kustweg en volgen de snelweg tot Larnaka. We komen voorbij de opgravingen van de Neolithische nederzettingen Kalavasos, Choirokoitia en Tenta. Bij het binnenrijden van de stad komen we langs de resten van het aquaduct. Die resten zijn nu nog 150 m lang. Oorspronkelijk bedroeg de lengte 10 km. Tot 1939 bracht dit aquaduct drinkwater van de rivier de Trimithos naar de stad.
|
Larnaka is de oudste permanent
bewoonde stad op Cyprus en één van de oudste steden ter wereld, daterend uit de tijd
van Noah. Zijn ligging op een kruispunt van verschillende wereldrijken zorgde
ervoor dat veel verschillende culturen deze havenstad bereikten, sommigen als
veroveraars, anderen als handelaars of kolonisatoren.
Volgens de bijbel werd de eerste stad op deze plaats, Kition, gesticht door
Khittim, een kleinzoon van Noah, ongeveer 6.000 jaar geleden. De vroegste
overblijfselen dateren echter uit de 13e eeuw v. Chr. toen Kition een Myceense
stadsstaat en een belangrijk centrum voor de koperhandel werd. Recente
opgravingen hebben goedbewaarde Cyclopische muren en een Myceens tempelcomplex
aan de oppervlakte gebracht, die nu zijn te bezichtigen op de archeologische site van
Kition.
Door zijn perfecte ligging midden in de Middellandse Zee heeft Larnaka altijd de
aandacht van de omringende machtige rijken getrokken en zodra de machtsbalans in
de regio omsloeg, werd ook de loyaliteit van de stad gelegd bij de nieuwe
machtshebbers. In 668 v. Chr. werd Larnaka genoemd als geallieerde van Assurbanipal van Assyrië en gedurende de Ionische opstanden van de Grieken in de
5e eeuw v. Chr. was Larnaka loyaal t.o.v. Perzië tot het werd belegerd door een
Atheense legermacht in 449 v. Chr..
Het tijdperk dat verantwoordelijk was voor sommige van de meest belangrijke
overblijfselen in Larnaka, was de Byzantijnse periode. Zo is er de Basiliek van St. Lazarus
uit de 9e eeuw na Chr.. Dat was een tijd van stabiliteit en voorspoed voor de
inwoners van de stad die handel dreven met een groot deel van Europa.
Larnaka werd pas echt een stad van belang tijdens de Ottomaanse overheersing,
toen de stad het politieke en commerciële centrum van Cyprus werd. Het was dan
ook daar dat de Britse troepen het eerst voet aan wal zetten en het eiland
integreerden in hun koloniale rijk. Larnaka bleef ook tijdens de Britse periode
het belangrijkste handelscentrum tot Cyprus onafhankelijk werd in 1960.
Nadat Turkse troepen het noorden van Cyprus bezetten, vluchtten veel
Grieks-Cyprioten naar Larnaka en verdrievoudigde het inwonersaantal tot 65.000.
Lemesos is tegenwoordig het grootste handelscentrum van het eiland. Nu heeft de
stad 86.000 inwoners.
In het centrum van Larnaka
bezoeken we -pal op de grens van de Griekse en de Turkse wijk, maar nog precies
in de Griekse- de prachtige 10e-eeuwse stenen Agios Lazaroskerk.
Het is één van de belangrijkste Byzantijnse monumenten van Cyprus. Hij werd, in
ruil voor de overdracht van de relikwieën van de Heilige naar Consantinopel,
gebouwd door de Byzantijnse keizer Leo VI. De kerk staat op het graf van
Agios Lazaros, de verrezen vriend van Jezus, die naar het vroegere
Kition -nu Larnaka- kwam in 33 na Chr. en er de eerste bisschop
werd. Hij was dat 30 jaar lang. Hij stierf in Larnaka. In 890 vond men zijn graf
terug. Zijn stoffelijke resten werden toen naar Constantinopel overgebracht.
Lazarus is de patroonheilige van Larnaka.
De kerk heeft de eerste klokkentoren van Cyprus. De iconostase dateert van de
18e eeuw en telt 120 iconen. Bij de ingang staat een gouden
reliekschrijn met de schedel van Lazarus. De rest van zijn lichaam is door de Kruisvaarders over de
wereld verspreid.
|
|
|
De 3 indrukwekkende koepels van deze Orthodoxe basilicakerk en de oorspronkelijke klokkentoren werden vernietigd, waarschijnlijk tijdens de eerste jaren van de Ottomaanse overheersing, toen de kerk werd gebruikt als moskee.
De magnifieke Byzantijnse kunst van de 120 iconen en de unieke barokke houtsculpturen van de met goud bedekte iconostase werden voltooid in 1782 en bestaan nog steeds.
|
We bezoeken het graf van Lazarus en de andere marmeren sarcofagen en graven in de crypte van de kerk. Het graf van Lazarus wordt druk bezocht door Russische orthodoxen. Ze gaan er zelfs in liggen! Ze doen dat om zo nóg dichter bij de heilige te kunnen zijn.
|
|
Het is inmiddels 13.00 uur
geworden. Tijd voor de lunch. We gebruiken die op de zogenoemde palmenboulevard.
Dat is niet de officiële naam, maar omdat er op die boulevard allemaal palmbomen
staan, staat de boulevard bij iedereen onder die naam bekend.
We bestellen op het terras van Tuck Inn een souvlaki pita chicken en nemen er
een Keo pilsje bij. Keo is het nationale bier van Cyprus. Het wordt gebrouwen in
Limassol. Het merk kom je vrijwel overal op Cyprus tegen. In Noord-Cyprus wordt
juist het Turkse Efes veel geschonken. Aandeelhouder van de Keo-brouwerij is
trouwens de Kerk. 'Jamas!' Onze Lieve Heer!
|
|
Om 14.00 uur vertrekken we weer. Aan het einde -of het begin- van de palmenboulevard staat het lage Turkse fort, gebouwd in 1625 op muren uit de Venetiaanse tijd. Het diende in de Britse tijd als gevangenis..
We zetten koers naar de Hala Sultan Tekke
moskee.
Die staat op ongeveer 6,5 km van Larnaka aan een zoutmeer. De
mensen zeggen dat het meer is gevormd door Lazarus, die er wijnstokken vond, en
dat hij, toen de eigenaar weigerde hem een paar druiven te geven, een grondige
Hebreeuwse vervloeking uitsprak en het hele dal in zout veranderde. Het meer
ligt iets onder de zeespiegel, wordt door de winterregens en het stijgen van het
grondwater gevoed en verdampt in augustus volledig.
Het
meer trekt flamingo's aan. Eerder al zagen we dat verschijnsel in de buurt van
Ayvalik op onze reis langs de Turkse Westkust, toen we op weg waren naar
Pergamon. Jammer dat de flamingo's hier wel erg vér weg zijn.
|
De Hala Sultan Tekke is het graf van Umm Haram, de vrouw van Ouvadas Ibn-as Samiz, een generaal van Moavias die de eerste Arabische invasie op het eiland in 649 v. Chr. leidde, en van wie wordt gezegd dat zij een tante van de profeet Mohammed zou zijn geweest. Zij stierf tijdens die invasie ten gevolge van een val van haar ezel. De Hala Sultan Tekke werd gebouwd op de plaats waar ze stierf, maar de exacte datum is niet bekend. Aanvankelijk was het een eenvoudig graf, dat later werd omgebouwd tot moskee. Voor een goed inzicht: het begrip tante heeft hier wel een andere inhoud dan de in onze ogen gebruikelijke familierelatie. Umm Haram schijnt namelijk de zus te zijn geweest van de Bedoeïenenvrouw die Mohammed de borst gegeven heeft.
|
|
Op de binnenplaats van de moskee worden we begroet door katten. Dat is een kolfje naar de hand van reisgenoot Norbert, die gek is op katten. Hij heeft er zelf 15 -maar niet gelijktijdig- gehad.
|
De moskee wordt ook bezocht door gelovigen.
|
Het graf van Umm Haram -eigenlijk de graftombe- is bedekt met groen fluweel en wordt afgeschermd met traliewerk. Sommige archeologen denken dat het graf van Umm Haram een Monolithisch graf uit de prehistorie is (1700-1050 v. Chr.). Volgens de legende is één van de stenen die het graf bedekken, opgehangen in de lucht. Opvallend is dat de graftombe niet in de richting van Mekka is geplaatst.
|
Hala Sultan Tekke is één van de heiligste
moslimgraven en wordt elk jaar door
1.000-den bedevaarders bezocht. Tekke betekent overnachtingsplaats. De
bedevaartgangers werden dus in de gelegenheid gesteld een nachtje over te
blijven.
De moskee werd gerenoveerd in 1816. In 2002
werden er nieuwe renovaties en verbouwingen uitgevoerd met fondsen van UNOPS.
Archeologische opgravingen in datzelfde jaar brachten aan het licht dat de
omgeving rond het zoutmeer niet bewoond werd sinds de Neolithische tijd.
In de 20e eeuw vond de moeder van wijlen koning Hoessein van Jordanië in de
moskee haar laatste rustplaats. Ook ligt er begraven één van de vrouwen van een
sheik uit Saoedi-Arabië.
We kijken ook nog even naar de naastgelegen resten van een Neolitische nederzetting.
|
Ten zuidwesten van Larnaka ligt een aantal bijzondere bezienswaardigheden onder
handbereik. Onder meer in het dorp Kiti. Daar gaan we naartoe. Het is de laatste
bezienswaardigheid vandaag. Het is 15.00 uur.
We komen langs de luchthaven van Larnaka en langs vluchtelingenwoningen. Die
zijn eigendom van de staat en worden daarom ook door de staat onderhouden.
Cyprus heeft met name in de steden lang woningnood gekend. In 1974 werd dat
verergerd doordat 200.000 Grieks-Cyprioten het door de Turken bezette deel van het eiland
moesten ontvluchten en hun huis kwijt waren. Omgekeerd kwamen er ook naar het
bezette Turkse deel
vluchtelingen uit het Griekse deel van het eiland, maar dat waren er veel
minder. En die gingen vaak in huizen van Grieks-Cyprioten wonen. Van de
woningvoorraad ging 36% verloren. Daarom werden tussen 1975 en 1990 op
Grieks-Cyprus met overheidssteun veel gratis of goedkope noodwoningen gebouwd.
Kiti werd waarschijnlijk in de 4e eeuw na Chr. gesticht door inwoners van Kition, vandaar de naam. Kition was de geboorteplaats van de Griekse filosoof Zeno, grondlegger van de stoïcijnse wijsbegeerte, en volgens de overlevering was de heilige Lazarus, de vriend van Jezus wiens graf we vanmorgen hebben bezocht, na zijn opwekking uit de dood -we merkten dat reeds op- bisschop van de stad. De Lusignans bouwden hier in de 14e eeuw een kasteel, Le Quid genaamd. De Arabieren plunderden de stad in 1425. De brug over de Tremithos is uit de Venetiaanse tijd. Nu is Kiti een tuindercentrum. Het dorp is beroemd om zijn kerk, gewijd aan de Moeder Gods -Panagia-, ook Angeloktistos geheten.
|
De architectuur van deze
11e-eeuwse Byzantijnse kerk -de naam betekent ‘gebouwd door engelen’- is
ongebruikelijk in die zin dat het gebouw op de ruines van een basilica uit het
begin van het christendom is gebouwd en de originele apsis van de basilica is
gehandhaafd. In de kerk bevindt zich achter de iconostase een uiterst zeldzaam,
6e-eeuwse mozaïek van de Maagd Maria en Kind, afgebeeld tussen de 2 aartsengelen
Gabriël en Michaël met prachtige pauwenvleugels, een schitterend voorbeeld van
Byzantijnse kunst uit de Justiniaanse periode dat kan wedijveren met de
mozaïeken van Ravenna. Maria staat op een laag, met juwelen bezet krukje. In
haar linkerarm -bijna als een apart beeld- houdt ze het Christuskind. Zijn
gewaad weerspiegelt het glinsterende goud van de hemel op de achtergrond. De
engelen zijn niet identiek. Michael, de meest beschadigde van de twee, heeft
blauwe ogen, bijna die van een adolescent, waardoor hij een knap meisje lijkt.
Gabriël is ouder, heeft rossig haar, nadrukkelijke gelaatstrekken en donkerder
contouren. De tint van zijn gezicht verloopt van bleek tot een half waarneembare
blos.
Min of meer opvallend is
de tekst boven het mozaïek: Hagia Maria, Heilige Maria. Het opvallende is daarin
gelegen, dat Maria niet heilig is, maar bovenheilig. En dat werd al erkend in
tijd ruimschoots voordat dit mozaïek werd gemaakt.
|
We gaan de kerk binnen via een
13e-eeuwse kapel, die als narthex dient. Onder het klokkentorentje hangen
wapenschilden, waaruit blijkt dat het hier gaat om een privékapel van de
familie De Gibelet. In de kapel staat een grafsteen uit 1302 van Simone, vrouw
van Regnier de Gibelet.
Door een tralieraam in de narthex kunnen we een blik achter de iconostase
werpen.
Het midden- en dwarsschip van de kerk zijn vrij hoog en op de kruising staat en
koepel. De kerk wordt flink bezocht. Het kost moeite de iconostase met maar één
gelovige te fotograferen. We zien héél erg veel iconen.
|
|
Voor we weer in de bus stappen, drinken we in een
koffietentje op het kerkpleintje een Cypriotische koffie. Naast ons staat een
13 m hoge, zeker 300 jaar oude terebint. Het is een laagstammige boom met warrige zijtakken. Familieleden van deze boom leveren de bekende pistache noten.
Als we wegrijden is het 16.00 uur.
Op de velden waar we langs rijden, ligt nog heel wat water als gevolg van de vele
regen die de afgelopen week schijnt te zijn gevallen. Rondom Kiti is het typisch
een aardappelgebied. Er is al veel gerooid. De aarde is rood en zeer vruchtbaar.
Zo zelfs dat er 4 oogsten per jaar zijn!
We zijn net op tijd terug in het hotel om naar de door het hotelmanagement aangeboden champagnereceptie te gaan. De receptie wordt opgevrolijkt door het optreden van een padvinderskoor.
|
We gaan dan nog even naar onze kamer om ons op te
frissen en ons te kleden voor het galadiner.
Op de kamer ligt een presentje: een doosje
met kourabièdes, Cypriotische kerstkoekjes. Een
bijzonder aardige geste.
|
Het diner is om 20.30 uur. Het is in de grootste
zaal van het restaurant. Ook vandaag is het diner in buffetvorm. Het ziet er
allemaal zéér verzorgd uit.
Halverwege het diner brengen 2 danseressen en één danser hun repertoire op live
muziek.
|
|
|
Na het diner wandelen we naar The Ship Inn, een pub aan de boulevard, om te kijken hoe die er -meer vanbinnen dan vanbuiten- uitziet. Misschien dat we daar van de week 's avonds eens een Guinness gaan pakken.
|
Daarna kijken we nog even op het kermisterrein. Gillende meiden hebben de meeste aandacht.
|
|
Op ons balkon besluiten we met een likeurtje de dag.