Dag 3. Vrijdag, 10
september 2010
Topkapi kwartier
Wie zijn buik vol eet, graaft zijn graf met zijn tanden
Het belooft weer een heerlijke
dag te worden. De zon schijnt volop. We ontbijten onder het zonnescherm op het dakterras.
In de vele moskeeën rondom het hotel roept de muezzin maar kort op tot het
ritueel gebed. Wel beginnen ze al om 05.30 uur.
We gaan vandaag naar het
Topkapi kwartier. We
lopen door het Hippodroom.
Vóór de ingang van het Topkapi kwartier staat de 18e-eeuwse Ahmet III Fontein,
gebouwd in 1729. Bij de laag overhangende dakranden konden de dorstigen een
verfrissende slok water nemen. Deze hoogst sierlijke vrijstaande fontein is een
voorbeeld van de laat Ottomaanse stijl.
|
Het Topkapi kwartier bestaat uit 4 hoven. Door de Rijkspoort komen we op de
buitenste of 1e hof. Dat laten we maar even voor wat het is. We lopen voorbij de Aya Irini -waarschijnlijk de oudste
Byzantijnse kerk in Istanbul- en de Rijksmunt naar de kaartverkoop voor het
Topkapi Paleis. Even kijken hoe druk het daar is. Dat valt reuze mee. Er staan
nauwelijks 15 mensen. Dus sluiten wij ons aan.
Door de Begroetingspoort gaan we
het Topkapi Paleis in.
Het Topkapi Paleis was het
centrum van het Ottomaanse Rijk tussen de 15e en de 19e eeuw. Daar leefden en
heersten de sultans en hun hofhouding. Het paleis is onderverdeeld in de 2e, 3e
en 4e hof.
Aan de 2e hof ligt de harem. Er staat niemand bij de kaartverkoop. Het is ook pas 09.00 uur. Dus we lopen er direct heen. Aan wachttijden hebben we een hekel.
De harem werd gevormd door de afgezonderde vertrekken voor vrouwen,
concubines en kinderen van de sultan. De vrouwen van de harem waren slavinnen
die in het hele Ottomaanse rijk en daarbuiten werden verzameld. Ze droomden ervan
de favoriete te worden van de sultan en hem een zoon te schenken, wat soms tot
een huwelijk leidde. Harem betekent ‘verboden’ en dat was de
harem dan ook voor iedereen behalve voor de sultan en zijn zonen. Er zijn zo’n
400 kamers die via een stelsel van gangen en binnenhoven met elkaar zijn
verbonden. Er zijn ook een badhuis, een hospitaal en keukens. Je zou het niet
willen geloven, maar toch is het zo: er hangt een atmosfeer van eeuwenlange
intriges.
Een lintafzetting bepaalt de route die we moeten volgen.
Er kan niet van worden afgeweken. We worden achtereenvolgens geleid:
. over the courtyard of the harem eunuchs, met marmeren zuilen en gietijzeren
hanglampen
|
. langs the dormitory of harem eunuchs, die gesloten is
. langs the main entrance of the harem
. over the passage of concubines
. over the court of the concubines and the sultan's chief consorts en door the
bath of the concubines, waar de concubines zich baadden en
ontspanden
. door the appartments of the queen mother, de valide sultane, de machtigste
vrouw in de harem
. door the chamber of sultan Abdulhamid I
. door the baths of the sultan and of the queen mother
. door the imperial hall, het grootste vertrek van de harem, gebruikt voor
amusement, dat de sultan vanaf zijn grote troon kon gadeslaan
. door the privy chamber of sultan Murad III, die betegelde muren heeft en
waarin een fontein en een grote haard staan
. door de privy chamber of sultan Ahmed III, the fruit room, zo genoemd omdat op
de muren van dit vertrek schalen fruit en vazen met
bloemen geschilderd zijn
. door the twin kiösk/appartments of the crown prince, die een koepel van
verguld canvas heeft en muren met Izniktegels
. door the courtyard of the favourites
. over the golden road, zo genoemd omdat nieuwe sultans er munten naar hun
concubines gooiden
Onder the aviary/harem gate door staan we plotseling weer buiten. Als de eersten, want er zijn ons in de harem maar weinig mensen voorbijgegaan. We merken dat eigenlijk pas goed als we weer in de 2e hof van het paleis komen. Daar zijn inmiddels al heel wat mensen.
Rondom de 2e hof met cipressen en platanen, zijn de paleiskeukens, waar nu het
keizerlijk kristal, zilver en Chinees porselein wordt tentoongesteld. Helaas
zijn de paleiskeukens in restauratie. We kunnen er dus niet in.
Via de Poort der
Gelukzaligheid komen we in de Troonzaal in de 3e hof. Deze zaal is versierd met
panelen die ingelegd zijn met Izniktegels. De muren en vloeren waren bespannen
met gouden stoffen, afgezet met parels, die tijdens een economische crisis in de
18e eeuw zijn weggehaald.
De sultan ontving hier zijn
viziers en buitenlandse ambassadeurs. Er zijn prachtige fluwelen
gordijnen uitgestald.
|
In de Hal van de Expeditiepages, die de garderobe van de sultan onder hun beheer
hadden, is een kostuumcollectie van de sultans en hun families ondergebracht. Daaronder
prachtige kaftans en broeken. Maar ook uniformen. Bijzonder vinden we toch wel
de talismanic shirts van diverse sultans. Die shirts hadden de functie van een
talisman voor degenen die het onder zijn (strijders)kleding droeg.
In de Schatkamer bekijken we natuurlijk met de meeste interesse de Topkapi-dolk,
bedoeld als gift voor de sjah van Perzië, maar die stierf voordat hij hem in
ontvangst kon nemen, maar ook naar een met diamanten ingelegde maliënkolder,
ontworpen voor Mustafa III (1757-1774) voor ceremonieel gebruik en naar een
86-karaats lepelmakersdiamant. Jammer dat in de Schatkamer niet mag worden
gefotografeerd, want er zijn zoveel prachtige edelstenen en juwelen te zien,
waaronder werk van Michael E. Perchin, één van de meester-vaklieden van Fabergé.
We zien naast veel Ottomaans jade ook juwelen die van het Kremlin Museum uit
Moskou ter leen zijn ontvangen. Echt mooi zijn ook 2 gouden kandelaars met een
gewicht van 48 kg per stuk die met meerdere duizenden diamanten zijn versierd.
De Sophie Moskee is gesloten en the Baptising Basin is in restauratie.
Het Paviljoen van de Heilige Mantel heeft 5 zalen waarin de heiligste
relikwieën van de Profeet Mohammed worden tentoongesteld, naar Istanbul gebracht
toen de Ottomanen zich tot het kalifaat van de Islam uitriepen. De heiligste
schat is de mantel die ooit door Mohammed werd gedragen. Jammer genoeg is de
ruimte waar die mantel wordt bewaard niet voor publiek toegankelijk. Maar we
kunnen er vanuit een antichambre een blik op werpen. Ook zijn in het paviljoen
te zien the case of the banner of the prophet, the case of the prophet's tooth
and the case of the beard of the prophet. Het gaat slechts om wat haren. Stemmig
is het reciteren van koranteksten door een imam. We zien 2 van Mohammeds
zwaarden, een door hem geschreven brief en zijn voetafdruk. Ook sloten en
sleutels voor de Ka'aba.
De Bibliotheek van Ahmed III is was ondergebracht in een marmeren gebouw. In de
muur van de hoofdingang is een fontein ingebouwd.
De slaapzaal van de koninklijke pages hangt vol schilderijen van de Ottomaanse
sultans. De pages waren lid van de hoogste klasse van het opleidingsinstituut -endurun-
van het paleis.
Achter het Paviljoen van de Heilige Mantel, in de 4e hof, staat het Besnijdenispaviljoen. Daar werden de mannelijke opvolgers van de sultans op 10-jarige leeftijd besneden. Er vlakbij staat de Yerevan Kiosk, gebouwd in 1635-6 ter herdenking van de verovering van Yerevan -nu gelegen in Oost Turkije- door sultan Murad IV. De kiosk diende om er religieuze retraites van 40 dagen te houden. Hij is vrij klein en heeft een centrale koepel en drie apsissen. In de hof staat ook het Bagdadpaviljoen met blauwwit tegelwerk. Het paviljoen werd door sultan Murat IV gebouwd om de inname van Bagdad te vieren. Het Iftariyepaviljoen is helaas niet toegankelijk, zodat we niet van het uitzicht op de Gouden Hoorn kunnen genieten. The Pavilion for breaking fast heeft een verguld dak. De sultan kwam hier om zijn vasten tijdens de Ramadan te verbreken.
|
Om 12.15 uur
gaan we door de Begroetingspoort weer terug naar de 1e hof. Eerst even een
terrasje pakken. We nemen een paar flesjes ayran. Lekker en vooral goed tegen de
dorst.
Nog net binnen de 1e hof staat het Archeologisch Museum. Dat bestaat
eigenlijk uit 3 musea: het
Archeologisch Museum met zijn archeologische vondsten,
het Museum van het Oude Midden-Oosten en het Tegelpaviljoen met prachtige
vloeren.
We gaan
direct naar het bijgebouw waarin het Museum voor Oosterse Oudheden is
gehuisvest. Daarin is tentoongesteld een kleitablet uit 1283 v.Chr. dat het oudste overgebleven vredesverdrag ter wereld bevat, dat
in 1285 v.Chr. werd gesloten tussen de Egyptenaren en de Hittieten, tussen
farao Ramses II en koning Hattusili III. Daarnaar gaan we
eerst op zoek, want onze belangstelling voor het
Oude Egypte dateert al van vóór 1980 toen wij een reis naar Egypte maakten.
Het
Verdrag van Kadesh werd pas jaren later -toen
het conflict tussen de beide landen pas echt helemaal uit de wereld was- in
spijkerschrift op kleitabletten geschreven. De tabletten werden in 1906 door de
Duitse archeoloog Winckler gevonden in de oude Hittitische hoofdstad Hattuşaş (Boğazköy).
De tekst van het verdrag luidt:
Mogen duizenden godheden,
waaronder de goden en godinnen van Hatti en Egypte, getuige zijn van dit verdrag
tussen de keizer van Hatti en de farao van Egypte.
Ook zijn getuigen de zon, de maan, de goden en godinnen van hemel en aarde, de
bergen en de rivieren, de zee, de winden en de wolken.
De duizenden godheden zullen het huis, het land en de onderdanen vernietigen van
degene die zich niet aan het verdrag houdt.
De duizenden godheden zullen ervoor zorgen dat degene die zich er wel aan houdt
een rijk en gelukkig leven zal leiden met zijn huisgenoten, zijn kinderen en
zijn onderdanen.
Hetzelfde verdrag staat ook op
de muren van de grote Amon tempel in Karnak bij Luxor in Egypte. Daar is het
geschreven in hiërogliefen:
Als een vijand van buitenaf
tegen het land van Egypte optrekt, ... dan zal de koning van Hatti zijn soldaten
en zijn strijdkarren sturen, en hij zal de vijanden aan stukken slaan.
|
De enorme collectie in het hoofdgebouw van het Archeologisch Museum overspant meer dan 5.000 jaar, van moedergodinfiguurtjes uit het 3e millennium v.Chr. tot Turks aardewerk uit de 19e eeuw. Als hét topstuk kan worden beschouwd de beroemde Alexander-sarcofaag, die zijn naam ontleent aan de afbeelding van de overwinning van Alexander de Grote op de Perzen. De sarcofaag van de Wenende Maagden -uit de 4e eeuw v.Chr.- die ernaast staat, mag er trouwens ook wel zijn. Uit de toon valt naar ons idee een replica van het Paard van Troje.
|
In het Tegelpaviljoen vinden we het mooist de blauwe, rijk betegelde mihrab -gebedsnis- die uit Karaman in Zuidoost-Turkije, van 1256 tot 1483 de hoofdstad van de staat Karamanid. Hij zou de belangrijkste herinnering aan die cultuur vormen. Het Tegelpaviljoen werd in de 15e eeuw gebouwd door sultan Mehmet de Veroveraar. Oorspronkelijk gebouwd als een kiösk of paviljoen huisvest de Çinili Kiösk het Museum van de Turkse Ceramiek, waar prachtige lznik objecten uit de 16e eeuw zijn tentoongesteld en prachtige voorbeelden te zien zijn van Seltsjoeks en Ottomaans aardewerk en tegels. Het paviljoen is gedecoreerd met ontelbare tegeltjes in turkoois en donkerblauw. Vanaf de zuilengang aan de voorkant keek de sultan naar zijn zonen als die een spelletje cirit -een soort polo- speelden tegen de bedienden.
|
We maken het rondje over de
1e hof verder af. We komen eerst langs de ingang van het Gülhanepark, het oudste
openbare park in Istanbul. Hoewel er wat bezienswaardigheden staan, gaan we er
niet in.
Dat doen we wel bij de Aya Irini, waarschijnlijk de oudste Byzantijnse kerk in Istanbul. Hij dateert
uit de 6e eeuw, maar voordien stonden op deze plek al een tempel en een
christelijke kerk, voor de bouw waarvan de Romeinse keizer Constantijn de Grote
opdracht had gegeven. Een groot stuk van de oorspronkelijke kerk werd vernietigd
tijdens een aardbeving, de meeste delen dateren dus uit die tijd. De Aya Irini is de
enige Byzantijnse kerk in Istanbul die nog het oorspronkelijke atrium heeft.
Speciaal is vooral het zwarte kruismozaďek op een -toch wel erg vervaagde- gouden achtergrond, een uniek
element uit de iconoclastische periode. Achter de kerk ligt een hof, waarin zich
ooit sarcofagen van Byzantijnse keizers bevonden. Opvallend is, dat de kerk
nooit werd verbouwd tot moskee.
De Ottomaanse Rijksmunt dateert uit 1727. Tijdens het bewind van Mahmut II
(1808-1839) werd het gebouw fors uitgebreid. Nu zijn in het gebouw de
werkplaatsen van het Rijksinstituut voor restauratie en behoud van erfgoed
ondergebracht. Tijdens de kantooruren zou het exterieur bekeken mogen worden.
Vandaag niet dus.
Om 14.45 uur lunchen we bij Café-Restaurant De Optimist op het Hippodroom. We kiezen voor een vispotje -met onder meer garnalen en inktvisringen- en een Efes biertje.
Daarna lopen we
langs de Fontein van keizer Wilhelm II. In 1895 bezocht de Duitse
keizer Wilhelm II Istanbul. Als herinnering aan zijn bezoek liet hij een fontein
bouwen als geschenk aan de stad. De fontein werd in Duitsland gemaakt en
verscheept naar Istanbul. Binnenin de fontein staan zowel de initialen van de
Duitse monarch als die van sultan Abdülhamid. De koepel van de fontein heeft een
schitterend goudmozaďek. We boffen ook nu weer: de laagstaande zon schijnt er
nog net op.
Even verder staat de tombe van sultan Ahmet I -de bouwer van de Blauwe Moskee-
in het buitencomplex van de Blauwe Moskee. Het is er vrij druk. De binnenkant
van de tombe is bekleed met prachtige Izniktegels. In de tombe staat een kleine
box met daarin een stukje baard van de Profeet. Ook ligt er de koran van sultan
Mahmut II. In de tombe liggen ook begraven zijn vrouw Kösem en zijn zonen
Osman II en Murat IV.
|
We nemen snel een gekookte maďskolf en lopen dan een stukje terug naar het Museum van Turkse en Islamitische Kunst. Het is al bijna 16.30 uur. Volgens onze reisgidsen is het museum nog maar een half open. Even kijken of dat werkelijk zo is. Nee dus. Het museum sluit vandaag pas om 19.00 uur. Tijd genoeg dus om er binnen te gaan. Het Museum van Turkse en Islamitische Kunst is gehuisvest in het paleis van Ibrahim Paşa uit 1524. Deze Ibrahim was de zwager van sultan Süleyman. Toen Ibrahim als grootvizier te veel macht kreeg liet Süleyman hem onthoofden. Het museum bezit voorwerpen uit alle periodes en uithoeken van de islamitische wereld. Zo zijn er grafstenen, mijlpalen, munten, kandelaars, schrijfgerei, astronomische instrumenten, manuscripten en juwelen, maar ook keramiek en houtsnijwerk. De nadruk ligt op de Ottomaanse kunst met heel veel tapijten en nog meer rijk geďllustreerde korans, waaronder één uit Noord-Afrika uit de 13e eeuw. De tapijtcollectie varieert van 13e-eeuwse Seltsjoekfragmenten tot zijden Perzische tapijten. We zien ook prachtige kalligrafieën en dito gedecoreerde lampen. Heel bijzonder vinden we 2 tegelpanelen met een afbeelding van de Ka'aba uit de 17e eeuw. Een leerzame indruk geven ons de nagebouwde onderkomens van verschillende rangen en standen. Zo zien we op de etnografische afdeling een volledig ingerichte nomadentent, maar ook een zitkamer in een huis in de stad van een rijke familie in de Ottomaanse tijd. Het is een meevaller dat zeer onlangs in het souterrain van het museum de 1400th anniversary of holy Qur'an Exhibition is geopend. Er staan schitterende -van zeer grote tot zeer kleine- korans, unieke beslagen koranboxes en prachtig ingelegde koranstandaards tentoongesteld. Al die korans zijn geschenken aan moskeeën van sultans en sultanes -bevoorrechte gemalinnen van sultans- die die moskeeën in hun naam lieten bouwen. Erg bijzonder!
De temperatuur blijft zo rond de 28°. Het wordt tijd ons in het hotel wat op te frissen en wat anders aan te trekken.
De dag is nog niet voorbij. Het is pas 18.15 uur. Tijd genoeg om nog naar de Soğukçeşme Sokaği te gaan. De Soğukçeşme Sokaği is een smalle, hellende klinkerstraat. Er staan houten Ottomaanse huizen, die zijn gerestaureerd en een origineel 19e-eeuws interieur hebben. Een paar van die huizen op rij vormen nu de Ayasofya Pansiyonlari, pastelkleurige pensions. Aan nummer 8 is een plaquette bevestigd waarop staat vermeld dat de koningin van Spanje hier tot eer van de familie van 13-16 mei 2000 verbleef. Er is ook een historische bibliotheek in de straat gevestigd.
We strijken nog even neer bij De Optimist. Daarna is het genoeg geweest voor vandaag.