MULHOUSE 2014/15
Vanuit ons jaarlijks vakantieverblijf in Biengen/Bad Krozingen aan de rand van het Zwarte Woud bezochten wij in 2014 en 2015 Mulhouse in de Elzas.
Mulhouse is als belangrijk industrieel en economisch centrum bekend om zijn grote technische musea. Liefhebbers van mooie auto's raken er helemaal in de wolken. Het Nationaal Automobielmuseum -de Schlumpf Collectie-, stelt namelijk meer dan 400 prestigieuze auto's ten toon. Andere culturele sites geven inzicht in de industriële revolutie: het Frans Spoorwegmuseum, dat een belangrijke collectie spoorwegmateriaal bevat -stoom- en elektrische locomotieven, wagons- en het Behangpapiermuseum dat een collectie panorama's onthult.
Als het belangrijkste automuseum ter wereld herbergt de Cité de l'Automobile de onschatbare Schlumpf Collectie alsook 100-den auto's uit alle tijdperken.
• de entree van het museum
|
|
![]() |
De Cité de l'Automobile is oorspronkelijk gegroeid uit de indrukwekkende autoverzameling van de gebroeders Schlumpf. Hans en Fritz Schlumpf waren geboren in Italië, maar toen ze nog heel klein waren, vestigde hun gezin zich in Mulhouse. Na oprichting van een bedrijf, de Société Anonyme pour l'Industrie Lainière, kochten de gebroeders Schlumpf in 1957 de textielfabriek HKD. In de daaropvolgende jaren kocht Fritz stiekem een indrukwekkend aantal oude auto's en begon zijn verzameling, die verborgen was in de depots van de HKD-fabriek, op te waarderen. Maar een ernstige crisis in de textielindustrie en de staking van hun werknemers leidden in de jaren '70 van de vorige eeuw tot het faillissement van hun fabriek. Ze vluchtten uiteindelijk naar Basel en keerden nooit meer terug naar Frankrijk. De auto's werden later geveild en opgekocht door het Nationaal Automobielmuseum, dat in 1982 in Mulhouse zijn deuren opende voor het publiek.
•
de galerij met mascottes
Eigenaren van automobielen kozen
ervoor om hun voertuig te individualiseren met behulp van beeldjes bovenop de
radiator.
|
|
![]() |
Op 17.000 m2 zijn meer dan 400 meesterwerken van de automobiele geschiedenis -met inbegrip van de mooiste en beroemdste auto's ter wereld- te bewonderen. Europese en met name Franse auto's geven een prachtig beeld van de evolutie van de auto, van het prille begin tot aan het eind van de vorige eeuw. Met namen als Bugatti (meer dan 100 exemplaren!), Panhard-Levassor, Maybach, Hispano Suiza, Horch, Mercedes-Benz, Peugeot, Renault, Citroën, Ferrari, Lotus, Rolls Royce en Bentley.
• de Panhard-Levassor Landaulet type A1 1898, 30 km/u
|
• de Panhard-Levassor Monoplace 35CV 1935, 220 km/u
|
• de Panhard-Levassor Coach Dynavia 1948, 130 km/u
|
• de Maybach Limousine SW38 1937, 180 km/u
|
• de Mercedes-Benz Cabriolet 500K 1936, 160 km/u
|
• de Mercedes-Benz Cabriolet 540K 1936, 170 km/u
|
• de Alfa Romeo Coach 8C 2,9 A 1936, 220 km/u
|
•
de Citroen Berline IIB 1953, 115 km/u
Nostalgie.
De
vader van Els huurde deze auto tijdens de zomer schoolvakanties altijd een paar dagen
om tochtjes naar de familie te maken.
|
• de Rolls Royce Berline Phantom I 1928, 120 km/u
|
Juwelen van de collectie zijn de ‘meesterwerken’ die worden tentoongesteld in een aparte ruimte, 80 luxe sedans, voornamelijk uit de jaren '30 van de vorige eeuw. Ze omvatten een Rolls Royce Silver Ghost uit 1924 (voormalig eigenaar Charlie Chaplin) en als hoogtepunten van de collectie de Bugatti Royale en de Coupe Napoleon van Ettore Bugatti.
• de Bugatti Limousine type 41 Royale 1927, 180 km/u
|
![]() |
De droom van de gebroeders Schlumpf was om van elk type Bugatti minstens één exemplaar in bezit te krijgen. Dat is ze niet gelukt. Maar ze hebben al met al wel een grote verzameling opgebouwd.
•
de Bugatti Biplace sport type 16
1912, 160 km/u
Roland Garros -een Franse vliegtuigpionier, oorlogsheld en in 1927 naamgever van de open
Franse tenniskampioenschappen- plaatste een bestelling omdat het type auto hem
heel erg beviel.
|
• de Bugatti type 35B 1929, 210 km/u
|
• de Bugatti coach type 57 1935, 150 km /u
|
• de Bugatti Berline type 57C 1938, 180 km/u
|
•
de
Bugatti Veyron EB16.4 2003, 407 km/u
De Veyron is
vernoemd naar de autocoureur Pierre Veyron, die in 1939 de 24 uur van Le Mans
won in een Bugatti type 57.
|
Het museum werd in 2006 gerenoveerd en heeft aantrekkelijke interactieve faciliteiten: 28 films worden op een plasmascherm vertoond. Dankzij simulatoren beleef je de trillingen, het schudden en het geluid van een F1 mee. In de activiteitenruimte kun je een oude auto starten met een slinger en zelfs een wiel van een F1 wisselen.
• Visàvis
|
De auto's staan in hun oorspronkelijke staat, wat de charme natuurlijk ten goede komt.
|
|
|
|
Tot het rijdend materieel behoort ook een
Bugatti Biplace Course type 32 1923, 190 km/u
Deze Bugatti deed mee aan de Grand Prix de Tours
in 1923.
|
Speelgoedauto's maken ook deel uit van de collectie.
|
Robots en fotoprojectie brengen het productieproces bij Peugeot en Citroën suggestief in beeld.
|
|
In het museum hangt ook nog een foto die in 1888 tijdens de bouw van de Eiffeltoren is genomen.
|
De Cité du Train -dáár waren we in 2015- is één van de grootste spoorwegmusea in Europa. Het bevat een verzameling van de meest indrukwekkende soorten locomotieven, rijtuigen, wagons en bestelwagens. De Cité du Train is een integraal deel van het Frans en Elzasser cultureel erfgoed en is één van de belangrijkste troeven van het cultuurlandschap van Mulhouse.
|
|
Het Frans spoorwegmuseum werd in 1971 opgericht in Mulhouse op initiatief van 2 liefhebbers. Het begon met voertuigen die bewaard werden in een oud depot in Chalon-sur-Saône door de directie materieel en motoren van de Franse Spoorwegmaatschappij. Die was al jaren bezig met de bewaring van de rijkdommen van het Franse spoorwegerfgoed en was van plan een nationaal museum te openen.
• vaak werd een locomotief bij bijvoorbeeld feestelijkheden of voor een laatste rit op deze manier versierd.
|
• het salonrijtuig van keizer Napoleon III (links,rood))
|
|
• de Chasse-neige ZR1 Aurillac van de American Locomotive Company, uit 1908
|
|
• de gesaboteerde consolidatie 140 A 259 stoomlocomotief uit 1928
|
|
Het Franse Spoorwegmuseum onderging vervolgens een groot renovatieprogramma om de scenografie van zijn tentoonstellingen te verbeteren en om beter te voldoen aan de verwachtingen van de bezoekers. Het museum is nu de Cité du Train geworden, een volledig nieuw ontworpen en gemoderniseerde ruimte.
• de Compagnie Internationale des Wagons-Lits
|
|
|
|
|
![]() |
De Cité du Train bezit een onschatbare en unieke collectie spoorvoertuigen uit alle tijdperken, die de geschiedenis van de Franse spoorwegen vertellen. Er staan meer dan honderd stoom-, elektrische en thermische locomotieven, evenals wagons, bagagewagens, turbo- en dieseltreinen. De voertuigen worden opgesmukt door originele geluids- en lichtanimatie en zijn thematisch gerangschikt.
• een opengewerkte loc waar met lichtslangen de werking van een stoomlocomotief wordt uitgelegd
|
• demonstratie van het vertrek van een stoomlocomotief
|
•
lopen en kijken onder de Pacific Chapelon 3.1192, een Franse compoundlocomotief,
gebouwd in 1937
Onder het machinistenhuis van
de locomotief is een stalen contactborstel gemonteerd die bij seinen in
aanraking komt met een tussen de rails geplaatste krokodil waarop een
elektrische spanning kan staan, afhankelijk van de stand van het sein.
De machinist krijgt een teken
en moet de waarschuwing bevestigen. Gebeurt dit niet, dan wordt automatisch de
noodrem ingeschakeld. De krokodil controleert snelheid en afstand niet, het
systeem werkt uitsluitend als dodemanssysteem.
|
|
|
|
• nog een technische uitleg
|
Authentieke historische meesterwerken van de spoorweg, zoals de Pacific Chapelon 3.1192 -we lopen en kijken eronder (zie hierboven)-, de PR1 of de dieseltrein de Bugatti ‘Présidentiel’, de elektrische locomotief BB 9004 die het wereldrecord snelheid op het spoor -331 km/u- in 1955 op zijn naam heeft staan, en de Buddicom Saint-Pierre van 1844, maken van de Cité du Train een hoogtepunt van het spoorwegerfgoed.
• de BB 9004, 331 km/u
|
|
• de Buddicom Saint-Pierre uit 1844
|
Naast de Buddicom Saint-Pierre staan er in de collectie nog andere stoomlocomotieven.
• de stoomloc l ‘Aigle Stephenson nr. 6
|
• de Locomotive à vapeur mountain 241 A1
|
Nog even een kijkje in het machinistenhuis van een kolengestookte locomotief.
|
Uiteraard is er een eerbetoon aan de Société Nationale des Chemins de fer Français.
|
Op 3 april 2007 vestigde een super tgv - un tgv spécial, avec des moteurs survitaminés (25,000 cv, l'équivalent de deux grilles de départ de F1)- met de naam V150 -dat staat voor vitesse 150 m/sec, ongeveer 540 km/u- op het traject Parijs-Straatsburg met een snelheid van 574,8 km/u een nieuw spoorwegrecord. In een simulator konden we ervaren hoe het is om zo snel over de rails te razen. Dat is overigens een ervaring die de gewone treinreiziger de eerste jaren bespaard blijft. In de gewone dienstregeling halen de treinen nog niet eens de 400 km/u.
|
![]() |
We nemen vanzelfsprekend een kijkje in de machinehal.
|
![]() |
Uiteraard ontbreekt in het museum het stationsgebouwtje van Mulhouse niet.
|
Tot slot bezoeken we de miniatuurtreinen.
|
Het behang
verschijnt aan het einde van de 17e eeuw in Groot-Brittannië en waait in de
2e helft van de 18e eeuw over naar het continent, met name naar Frankrijk.
Sinds 1797 maakt het behangselpapier deel uit van het leven in Rixheim vlak bij
Mulhouse. Tegenover het museum staat een huis dat de indruk geeft -althans voor
een deel- wat verzakt te zijn.
|
|
Een zijmuur van een openbaar gebouw naast het museum mag er wat ons betreft best zijn. De muurschildering herdenkt de Boerenoorlog in de Elzas en Lotharingen in 1525.
|
Het Museum van het Behangpapier -Musée du Papier Peint- toont de
volledige geschiedenis van het behangselpapier. Uitgelegd wordt welke rol dit
materiaal -ook in emotioneel opzicht- speelt in ons dagelijks leven en hoe het
productieproces met inzet van een aantal indrukwekkende machines is ingericht.
Er zijn 130.000 documenten te zien. Alle behang van de fabrikant Jean Zuber &
Cie, vanaf de start in de 18e eeuw tot nu toe, en 30.000 stukken van allerlei
andere fabrikanten worden getoond. In die immense catalogus zijn alle soorten
behangselpapier terug te vinden, tot zelfs panoramisch behangselpapier. Het
museum -gehuisvest in een commanderij van de Duitse Orde (1740)- is uniek in de
wereld vanwege de omvang van de collecties. Jaarlijks worden de exposities
opnieuw ingericht.
Het museum werd in 1982 opgericht door de industrieel Pierre Jaquet Mulhouse
(1919-1986), de toenmalige president en CEO van de Zuber & Cie fabriek.
Het panoramisch behang -landschappen ter decoratie van grote woonkamers en
lounges en bedoeld om gezien te worden op ooghoogte- gaf de fabriek uiteindelijk
zijn reputatie. Daarvan worden er maar liefst 11 permanent tentoongesteld,
waaronder Eldorado, de Fransen in Egypte, Noord-Amerika, Hindustan en
Klein Zwitserland (1815/16).
|
Internationale faam geniet de fabriek sinds Jackie Kennedy in 1961 de Diplomatieke Receptiezaal -één van de drie ovale kamers van het Witte Huis (White House)- ermee liet versieren.
Rixheim is inmiddels uitgegroeid tot één van de belangrijkste Europese centra
voor de productie van wat toen een noviteit was: het behang.
Verschillende machines en oude apparatuur zijn bewaard gebleven en gerestaureerd
om het drukken van stroken papier te kunnen demonstreren. Daaronder een
16 kleuren drukmachine.
|
Het blijkt dat in het Streekmuseum Hoeksche Waard in Heinenoord de salon is versierd met een panoramabehang dat omstreeks 1830 werd gekocht bij de firma Jean Zuber & Cie. Het tafereel van de Griekse Onafhankelijkheidsstrijd is op maar liefst 30 rollen papier gedrukt.
Tot slot: Onze site bevat hyperlinks naar andere websites die niet door ons worden beheerd. Ze zijn opgenomen als extra informatie voor de lezer en uitsluitend daarom geselecteerd.