Geisha

De term geisha -spreek uit als: geesja, waarbij de g als in het Engelse garden klinkt- wordt over het algemeen gebruikt om een gezelschapsdame aan te duiden die is gekleed in een opvallend versierde kimono of zijden kleed dat op een bepaalde manier om het lichaam is geknoopt is, een kunstige pruik van zwart haar draagt en een witgemaakt gezicht met rode lippen heeft en die met klassieke Japanse muziek, zang en dans de avond van een gezelschap opluistert. Geisha's zijn toonbeelden van schoonheid en verfijnde cultuur.

In het verleden werden geisha's vaak geassocieerd met prostitutie. Er bestonden echter naast geisha's courtisanes. In díe wereld kwam wél prostitutie voor. Hoewel het recht kon worden gekocht om een geisha haar maagdelijkheid te ontnemen, waren geisha’s niet verplicht om seks te hebben met klanten, ook niet met degene die geld betaalde voor een maagdelijke geisha. Het was haar taak om gasten op hun gemak te stellen. Hierbij speelde seks soms helemaal geen rol en anders een ondergeschikte. In die situatie is niets veranderd.
Het beroep van prostituee was strikt georganiseerd. Bordelen waren gevestigd in een afgesloten deel van de stad en alleen via een poort bereikbaar.
Het verschil tussen een geisha en een prostituee was en is nog steeds te zien aan de wijze waarop zij hun kimono strikken. Een geisha heeft haar obi -de centuur- op haar rug gestrikt. Daarvoor heeft zij altijd hulp nodig. De prostituee draagt de strik op haar buik. Prostituees zijn er overigens bijna niet meer. Dat is een gevolg van de goedkopere prostituees uit het buitenland. Ook escortbureaus hebben zich met de westerse naoorlogse invloed geleidelijk aan een plaats weten te verwerven in de Japanse maatschappij.

Een geisha is een hoogopgeleide en gerespecteerde Japanse gastvrouw die zorgt voor vermaak op ozashiki, dat zijn feestjes in theehuizen. Haar taak is de gasten te onderhouden met een gesprek, met zang, muziek en dans. Haar aanwezigheid is niet alleen voor mannelijke gasten bedoeld, wat overigens wel vaak zo is, maar net zo goed ook voor vrouwen. Mannen die ozashiki organiseren, nemen vaak hun echtgenote mee. Maar ook vrouwen die ozashiki geven, kunnen vragen om gezelschap van geisha's. De aanwezigheid van een geisha was vroeger al prestigieus en verleende status aan ozashiki. Er zijn zowel privébijeenkomsten als openbare aangelegenheden die door geisha's worden opgeluisterd. Voor wat betreft de laatste categorie kan je bijvoorbeeld denken aan staatsbezoeken en politieke bijeenkomsten.
Het fenomeen geisha -in Kyoto geiko genoemd- bestaat alleen in Japan. Geisha’s wonen bij elkaar in een gemeenschap, die in de stad is gevestigd waar ze ook werken. Die gemeenschap heet Gion.
Een geisha verdient veel geld maar daar gaat ook nu nog een lange opleiding aan vooraf.

 

Maiko

2 maiko's  

De opleiding voor een geisha begint vaak al op de leeftijd van 6 of 7 jaar als zij van de basisschool af komt. Ze gaat dan naar een okiya, een geishahuis. Daar blijft ze de hele periode van haar opleiding.
In de okiya begint direct de shikomi-fase. Shikomi betekent training. Aanvankelijk bestaat die training uit niet meer dan het doen van huishoudelijk werk in de okiya. Op die manier went ze aan de wereld van de okiya. Vrij snel wordt ze ook naar de Inoue-school gestuurd. Daar krijgt ze -in klassikaal verband- dansles en zangles en leert ze alles over de theeceremonie. Daarop volgt de minarai-fase, het observerend leren. Het meisje hoeft vanaf dat moment niet meer in het huishouden te werken en kan zich volledig richten op haar carrière. In deze fase wordt het meisje meegenomen door een haar toegewezen “oudere zus”, een volleerde geisha. Het gaat er dan om dat ze praktijkervaring opdoet. Haar oudere zus neemt haar mee naar feestjes waar ze zelf voor is uitgenodigd. De minarai is prachtig uitgedost en draagt witte make-up. Er wordt niet van haar verwacht dat ze veel doet of zegt, haar kleding geeft aan dat ze in opleiding is. De volgende fase is die van maiko of leerling-geisha. Als het meisje een maiko is geworden krijgt ze een weer zwaardere opleiding in dans, muziek en conversaties. Ook leert ze muziekinstrumenten te bespelen, zoals de shamisen en de koto, de citer. De leerling-geisha wordt door haar oudere zus ook nu weer meegenomen naar al haar feestjes. Ook in deze fase draagt de leerling witte make-up en felgekleurde kimono's. Als de maiko voldoende is geschoold, en dus op alle vlakken het vak goed beheerst, kan zij geisha worden. Daardoor stijgt haar aanzien flink. Aan de kleding kan de overgang van de geisha in opleiding naar geisha gezien worden. De kleur van de kraag die onder de kimono wordt gedragen, verandert van rood, via rozeachtig naar wit. Bij het wisselen van de kragen hoort een ritueel.
Tot 1958 bestond mizuage. Mizuage -letterlijk het offeren van het vlies- is de geishaterm voor een rituele ontmaagding van de maiko. Ze was dan meestal 15 of 16 jaar oud. Vlak voor haar mizuage boden haar klanten die geïnteresseerd waren in de ontmaagding geld en vervolgens kon de hoogste bieder de maiko ontmaagden. In 1958 werd dit gebruik officieel afgeschaft.

Om een geliefde geisha te worden moet er hard worden gewerkt. Sommige geisha’s werken 7 dagen per week en 365 dagen per jaar. Tijdens een ozashiki leert een geisha de status van de gasten kennen door de manier waarop de zaal is ingericht: welk servies staat er op tafel, wie verzorgt het eten en wat staat er in de tokonoma. De tokonoma is een belangrijk focuspunt in het Japanse interieur, waarin een eenvoudig, maar zorgvuldig gekozen, object wordt geplaatst. Bijvoorbeeld een beeldje, Japans aardewerk of een bloemarrangement. De geisha moet op dit alles goed letten en haar gedrag daaraan aanpassen. Er moet ook altijd goed over het amusement worden nagedacht. Door het onthouden van de persoonlijke voorkeuren kunnen de geisha’s de klanten in de toekomst nog beter van dienst zijn. Dat geldt zeker ook bij de gespecialiseerde taak van de geisha in het theehuis als sakeverwarmer, als okanban. De okanban vult een fles met sake, plaatst die in een pan water en brengt dit zachtjes aan de kook. Doordat elke gast zijn sake op een andere temperatuur drinkt, kan dit nog een lastige taak zijn. Ook moet het temperatuurverlies bij het brengen van het drankje worden ingecalculeerd.
Een erg belangrijke taak van de geisha is tenslotte  het begeleiden van de traditionele theeceremonie. De oorsprong van die ceremonie ligt in de 16e eeuw en werd sterk beïnvloed door het Zenboeddhisme. De theeceremonie bestaat uit een aaneenschakeling van rituelen. De geisha moet die allemaal kennen. Elke beweging van de hand is nagenoeg uitgeschreven.

Een geisha moet een aan het seizoen aangepaste kimono dragen en dan ook nog verschillend voor elk gelegenheid. Elke kimono is uniek en moet volmaakt zijn. Een kimono wordt als regel niet meer dan vijf of zes keer gedragen.
Het uiterlijk van de geisha is zeer belangrijk. Ze moet er perfect uitzien. Make-up is daar een belangrijk onderdeel van. Het hele gezicht wordt wit gemaakt en de lippen en ogen rood. De witte make-up is een overblijfsel uit de tijd dat er nog geen lampen in het paleis van de keizer waren. De geisha’s maakten hun gezichten wit, met krijt, kalk of cyanide, maar ook met gedroogde uitwerpselen van de nachtegaal, zodat de keizer hen bij het kaarslicht goed kon zien. Daar kwam bij, dat een witte huid een statussymbool was. Daaraan kon je zien dat je niet buiten hoefde te werken. Dus: hoe witter, hoe rijker.
Een maiko heeft in haar proefperiode wel 5 verschillende kapsels. Daarmee wordt de fase in haar ontwikkeling naar geisha aangegeven. De geisha houdt haar hele geishaleven hetzelfde kapsel. Bij voorstellingen en uitvoeringen draagt ze een pruik, omdat elke geisha er dan vaak hetzelfde uit moet zien.