Dag 8. Donderdag 9 april 2009
Beppu
Vandaag is het de dag van het bloemenfestival. Boeddha's verjaardag wordt gevierd. Het is géén officiële nationale feestdag. Kinderen drinken op deze dag traditioneel ama-cha, hortensiathee. De ama-cha wordt op deze dag ook over boeddhabeelden gegoten. We merken van dit alles helaas niets.
We eten buiten het hotel. Rondom het station zijn veel eetgelegenheden. Om 08.30 uur beginnen we met Patrick onze oriënterende wandeling door de omgeving. We wandelen eerst een stuk door de hoofdstraat. Dan gaan we de uitgaanswijk in. Vrijwel direct komen we langs een groot gezicht van een tengu. De tengu is een fabeldier. Tengu zijn wezens die half mens, half vogel zijn. Ze wonen volgens het volksgeloof in bergachtige streken in bomen, het liefst in pijnbomen of ceders. Soms worden ze afgebeeld met mantels van veren of bladeren en ze dragen vaak een klein zwart hoedje. Meestal worden de gezichten van tengu afgebeeld als een rood menselijk gezicht met een enorm lange neus. Dat is o.m. een sekssymbool.
|
Ook komen we voorbij het in 1879 gebouwde Takegawara-badhuis, één van de oudste openbare badhuizen van Beppu. Gasten worden er eerst in baden met zwart zand begraven, voordat ze in de ernaast gelegen warme baden springen. We zien trouwens nog veel meer openbare badhuizen. We zijn dan weer terug bij het station. Er staat een beeld van Shiny Uncle, who loved children. Hij schijnt een beetje gek te zijn geweest, maar deed van alles voor kinderen. De wandeling van Patrick eindigt hier.
|
In Beppu ligt het grootste kuuroord van Japan. Er bevinden zich 2849 warme bronnen en één geiser, de Tatsumaki
Jigoku. Dit hydrothermale stelsel levert dagelijks minstens 136 miljoen liter
heet water. De thermale bronnen worden jigoku genoemd, een
boeddhistisch woord voor 'kokende hel'. De
bronnen liggen rond 2 breuken, Kannawa in het noorden en Asamigawa in het
zuiden. Ze nemen hun warmte op uit begraven lavakoepels met een ouderdom van
100.000 jaar, die ooit heftiger vormen van vulkanisme teweegbrachten in de
streek. Het vele warme water, dat met temperaturen van 40 - 100°C bovenkomt,
wordt ook aangewend voor huishoudelijke en industriële doeleinden, in
viskwekerijen en voor de opwekking van geothermische energie.
Vanaf het station nemen we de bus naar de eerste 6 van de 8 bronnen die we gaan
bezoeken. Met nog een bus gaan we naar de laatste 2. Opvallend is dat de
buschauffeurs bij elke halte de motor afzetten. Dat doen ze op grond van een
milieumaatregel.
De eerste hel die we bezoeken is
de Umi -Sea- Jigoku, een bron die een hemelsblauwe kleur heeft en zo warm
is dat er constant stoom boven hangt. Er hangen mandjes met eieren in de bron.
Om te koken. Overal worden ze te koop aangeboden.
|
De tweede hel is de Oniishibozu -Shaven Head- Jigoku. Het is een bron waarin onophoudelijk grijze modder borrelt. De bubbels lijken op de hoofden van kaalgeschoren monniken. Uit een naastgelegen stenen bak waarin lavastenen liggen komt voortdurend stoom omhoog. Vlakbij staat een kas met orchideeën, bananenpalmen en een lelievijver.
|
De derde hel is de Yama Jigoku. Hij is anders dan de andere bronnen. Je ziet
geen water. Alleen maar stoom. Die komt omhoog in een groot bed van lavastenen.
Er is als het ware een kleine dierentuin omheen aangelegd. We zien een
nijlpaard, flamingo's, pauwen, een zwarte zwaan, lama's, een olifant en apen.
Het is een treurige bedoening, al die dieren in veel te kleine hokken en binnen veel
te kleine afrasteringen.
De vierde
hel is de Kamado -Oven- Jigoku. Hij wordt bewaakt door een fel
roodgekleurde demon.
De vijfde hel is Oniyama -Krokodillen- Jigoku. Er liggen -in hokken- tal van
krokodillen en alligators bij. Bijzonder is hier, dat als je vlakbij het water
over de kop van een brandende sigaret blaast, het water flink gaat stomen.
|
|
De zesde hel is de Shirake -Witte vijver- Jigoku. Hij wordt zo genoemd, omdat
het water kleurloos is. Er heerst een serene sfeer in de traditioneel Japanse
tuin er omheen. In het naastliggend gebouw staan tal van aquaria vol met vissen.
De zevende hel is de Chinoike -Bloedvijver- Jigoku. Het is een borrelende
modderpoel. Het water van deze hel is rood gekleurd door de rode klei. Het is een
bijzonder gezicht. Zeker ook met die stoom erboven.
De achtste en laatste hel is de Tatsumaki -Waterspuit- Jigoku, een geiser die
om de 25 minuten een 20 m hoge waterzuil uitstoot. Als wij er zijn, is dat net
gebeurd. We hebben er weinig zin in bijna 25 minuten te wachten en gaan dus met
de bus terug naar het station. We rijden een stuk langs het strand. Hier en daar
zijn wat kleine haventjes.
|
Op het stationsplein eten we
iets. Het is dan 14.00 uur en heel erg warm.
We gaan met de trein naar Usuki. We maken
gebruik van onze Rail Pass, dus het kost niets. In Usuki lopen we Patrick tegen
het lijf. Hij wijst ons de weg door het dorp naar een halteplaats van de bus
naar de vindplaats van 59 -in 4 clusters- veelal in de rotsen uitgekerfde maar
soms ook gegraveerde boeddhabeelden.
De meeste stammen uit de Heian-periode,
enkele uit de Kamakura-periode. Er is alleen maar bekend dat hier vroeger de
Mangetsuji Tempel stond, maar wie opdracht tot dit grootse werk op zo'n afgelegen
plek gaf is tot op de dag van vandaag niet bekend. De 4 clusters staan
bekend als de Hoki Stone Buddhas-First Cluster (Doga-sako), de
Hoki Stone Buddhas-Second Cluster, de Sannousan Stone Buddha en de
Furuzono Stone Buddha. Van deze laatste cluster vormt
Dainichi Nyorai het middelpunt.
Dainichi Nyorai is de Zonne-Boeddha in het Centrum van de Wereld van
Verschijnselen. Hij wordt in Japan aanbeden als de allerhoogste Boeddha.
Misschien spreekt hij de Japanners vooral aan, omdat zijn functie erg lijkt op
die van de Zonnegodin Amaterasu uit het shintoïsme.
|
|
Door de -zeker in onze ogen- slechte bewegwijzering op het complex zien we niet alle boeddhabeelden. Gelukkig wel de meeste. De beelden hoefden niet te worden uitgehouwen, maar konden worden uitgekerfd in de zachte steen van één van de latere erupties van de berg Aso.
Met de bus van 17.25 uur gaan we terug naar het station. Daar nemen we de trein van 18.04 uur naar Beppu. We zijn daar 41 minuten later.
|
|
We eten Italiaans in de stad. Daarna drinken we koffie bij Starbucks. We nemen er een lekker stuk Sachertorte bij.
Op de terugweg naar het hotel kopen we in een supermarkt ons ontbijt voor morgenochtend.