Dag 11. Dinsdag, 1 mei 2007
Merzouga

We gaan vandaag met 4 jeeps de woestijn in. Anke heeft dat geregeld. Om 09:00 uur vertrekken we.

voor het hotel

 

één van de jeeps

 

genieten van de woestijn

 

zandduin

Eerst gaan we naar een fossielenvindplaats.

 

We doen daar ongeveer een uur over. In deze zwarte steengruiswoestijn bevond zich in het Paleozoïcum een warme zee met koraalriffen. De meest aangetroffen fossielen zijn van de tot 15 cm grote triboliet phacops. De triboliet is een diertje dat aan het begin van het leven is ontstaan. Om de fossielen beter te kunnen zien, wordt er water over de rotsen gesprenkeld. Er worden heel wat fossielen te koop aangeboden. Door kinderen. Het is opvallend hoe rustig ze zich gedragen. Er is van geen enkele opdringerigheid sprake. De eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat de invloed van de chauffeurs daarbij groot is. Gelukkig voor de kinderen verkopen ze veel.

 

gekocht fossiel

Dan bezoeken we een nomadenfamilie. In hun tent drinken we thee en eten wat nootjes. We mogen daarbij allemaal bij elkaar in dezelfde tent zitten. Berbers doen dat niet. Mannen en vrouwen zitten gescheiden in een aparte ruimte.

Wel moeten de schoenen uit. We voelen ons rijk met ons eigen huis. De dromedarissen van de nomaden lopen -als ze niet nodig zijn voor transport o.i.d.- vrij rond in de woestijn. Elke week komen ze uit zichzelf terug naar 'huis' om bij de waterputten te drinken. Dan verdwijnen ze weer.

 

stenen onderkomen van nomaden

We zetten koers naar een khol-mijn. In de verlatenheid waar we nu rondrijden komt ook de Dakar Rally. We vragen om een fotostop bij het plaatsje M'ifis, eens een Franse legerplaats, nu gedeeltelijk onderkomen biedend aan Marokkaanse militairen -en hun gezinsleden- om de grens met Algerije te bewaken.

M'ifis

 

M'ifis

Even verder ligt de khol-mijn. Meer om de mijnwerkers wat financieel te steunen kopen we een groot stuk kwarts, een bergkristal.

Dan bereiken we een Gnaoua-dorp. Erbuiten ligt de moslimbegraafplaats. De bewoners van het dorp zijn afstammelingen van slaven uit Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara, zoals Mali, Senegal, Niger, Guinee en Ghana. Die slaven werden naar Marokko gebracht om aan de hoven van de sultans te dienen. De Gnaoua hebben zich nooit vermengd.

Gnaoua

In Marokko zijn de Gnaoua georganiseerd in broederschappen. Die broederschappen kennen hun eigen rituelen en muziek. In de rituelen combineren zij Afrikaanse volksgeneeskunst met islamitische heiligenverering en West-Afrikaanse met Arabische en Berber gebruiken. De muziek is bedoeld om religieuze extase op te roepen. De gnaoua-muziekinstrumenten zijn:  de guembri, een tokkelinstrument met 3 darmsnaren, waarvan de mahoniehouten klankkast is bespannen met kamelen- of geitenvel, querquebet, grote metalen castagnetten en de tbal, een grote cilindrische trommel met een diameter van zo'n 50 à 60 cm, die aan beide kanten is bespannen met geiten- of koeienhuid. De Gnaoua brengen ons wat van hun muziek ten gehore.

Gnaoua muzikanten

Tot slot brengen we nog een bezoek aan Dayet Srji, een klein meertje dat vorig jaar door plotseling hevige en langdurige regenval is ontstaan. Er is goed te zien dat het de laatste dagen tijdens het zeer slechte weer een behoorlijk stuk groter is geworden. Het meertje trekt honderden flamingo's, ooievaars en andere trekvogels aan. Daarvan is vandaag weinig te zien. Alle vogels vertrokken bij het recente noodweer. We zien een enkele flamingo, wit nog van kleur. De flamingo's krijgen door het eten van bepaalde algen hun rose kleur. In dit nog vrij jonge meer zitten nog maar weinig algen. een enige jaren geleden als gevolg van hevige, langdurige regenval ontstaan meer. Het schijnt een geliefd oord voor tal van watervogels, waaronder flamingo's, te zijn. Een tweetal reisgenoten ziet een paar flamingo's. Wit van kleur overigens. Dat komt door het gebrek aan algen. Vandaar. Andere watervogels worden niet gesignaleerd.

Dayet Srji

 

close up

We lunchen in het hotel. Het loopt dan al tegen 14:00 uur.

stukje verslag schrijven

Daarna nemen we een duik in het zwembad.

Om 16.30 uur zwaaien we onze 21 reisgenoten uit die aan een dromedarissentocht meedoen en in de woestijn in een nomadentent blijven overnachten. We zien ze morgen na het ontbijt weer terug. Voor de meesten is het de eerste keer dat ze een dromedaris bestijgen. Het is komisch te zien wat voor gezichtsuitdrukkingen dat bij hen allemaal teweegbrengt.

de dromedarissen liggen al te wachten

 

hoe vind je mij?

Wij gaan nog wat zwemmen totdat het tijd wordt de zonsondergang te gaan bekijken. We doen dat vanaf het dakterras.

Om 20:00 uur gaan we eten. We doen dat buiten. Met een klein groepje. De rest van de avond brengen we relaxed door.

We hebben eigenlijk behoorlijk geluk. Op weg naar Merzouga hoorden we van Anke al dat het hier de laatste dagen heel hard geregend heeft. We konden dat ook zien aan de hoeveelheden water langs de kant van de weg. Vandaag zagen we het ook bij Dayet Srji. Nu horen we dat een Djosergroep enkele dagen terug helemaal niet in Merzouga is geweest: het was onbereikbaar. Die heeft toch heel wat gemist!

Naar volgende dag