Religie is de overtuiging dat er persoonlijke of onpersoonlijke niet waarneembare machten werkzaam zijn. Er zijn 8 grote religies: het hindoeïsme, het jaïnisme, het boeddhisme, het Chinese universalisme, het parsisme, het jodendom, het christendom en de islam. De grootste daarvan zijn: het hindoeïsme, het boeddhisme, het Chinese universalisme, het christendom en de islam.

Deze 5 religies zijn te onderscheiden in 2 groepen: de religies die zijn ontstaan ten oosten en de religies die zijn ontstaan ten westen van de Hindu Kush (ook geschreven als Hindoe Koesj), een gebergte in het noordoosten van Afghanistan en het noorden van Pakistan.
Volgens de eerste groep is de wereld eeuwig: zij heeft geen allereerste begin en geen definitief einde. Voor deze groep hebben alle gebeurtenissen slechts een voorbijgaande betekenis. We noemen deze religies: de religies van de eeuwige wereldwet. Daartoe behoren onder meer het hindoeïsme en het boeddhisme.
Volgens de tweede groep is er een god die alles uit niets tevoorschijn geroepen heeft. Voor deze groep zijn de daden van een individu bepalend voor zijn lot in de eeuwigheid, die volgt op het einde van de wereld. Het gaat hier om echte godsdiensten.