|
GODEN EN GODINNEN |
|
Amon |
Amon
was al een belangrijke god in de oudheid. Hij werd toen
voornamelijk aanbeden door de oud-Egyptenaren. Amon speelde aanvankelijk
een beperkte rol als oergod samen met zijn tegenhangster, zijn
echtgenote Amaoenet. Als
zodanig moet zijn heiligdom vanouds hebben gestaan in Heliopolis,
misschien eerder in Dasjoer of in Saqqara bij Memphis. Die noordelijke
binding komt waarschijnlijk ook terug in de Rode kroon die Amaoenet altijd draagt. |
|
||||||||
|
|
De
godin Moet verpersoonlijkte de grote moeder en koningin van de goden
(Amon was koning der goden). Haar ontstaan is nog erg
duister omdat er geen teksten over haar bekend zijn vóór het Middenrijk. Ze
heeft waarschijnlijk de rol van Amaoenet overgenomen. Amaoenet was de
oorspronkelijke godin die naast Amon stond. Er zijn 2 theorieën die de
ontstaansgeschiedenis van Moet willen verklaren. Òf de godin werd
bedacht als een vrouw voor Amon òf ze was een onbelangrijke lokale god
waarvoor de verering steeds groter werd. Ze werd geïdentificeerd met de
koningin van de goden en in het Nieuwe Rijk droegen koninginnen een
gierenkap. Ook werd ze geassocieerd met Bastet en met Ra waarmee ze een
heilige boom deelde. De godin speelde nauwelijks een rol in religieuze
mythen en van haar invloed was alleen sprake in de mensenwereld. Samen
met Chonsoe en Amon vormde ze de Triade van Thebe. |
Moet |
||||||||
|
Chonsoe |
Chonsoe, het maankind, was in de Egyptische mythologie het kind van Amon
en Moet en werd 'de Wandelaar' genoemd omdat hij 's nachts -net als de
maan- de hemel doorliep. Zijn naam betekende immers 'zwervende' of
'reiziger'. |
|
||||||||
|
|
Horachte was de god van de ochtendzon. Zijn naam betekent ‘Horus van de
Horizon’. De als valk voorgestelde god, die als 'machtige god, heer van
de hemel' werd aangeroepen, werd in Heliopolis versmolten met Re en werd
als Re-Horachte vereerd. Re-Horachte draagt een rode zonneschijf met een
cobra op zijn hoofd. Hij en de god van het dodenrijk Osiris zijn
tegenpolen. Samen staan ze voor de zonnecyclus, voor de afwisseling van
dag en nacht, oost en west, leven en dood.
Re -of Ra- was de zonnegod en één van de meest vereerde en belangrijkste
goden van de Egyptische mythologie. Ondanks zijn vele samensmeltingen,
onder meer met Horus en Amon, bleef Re belangrijk gedurende de hele
geschiedenis van het faraonisch Egypte. Hij was meestal het middelpunt
in religieuze teksten en in scheppingsmythen.
|
Re-Horachte |
||||||||
|
Osiris
|
Osiris
-oorspronkelijk de beschermer van de vruchtbaarheid van Egypte (en dan
vooral van het Nijldal); later god van de onderwereld- was de zoon van Geb,
de god van de aarde, en diens zuster Noet, godin van de hemel. Zijn vrouw, tevens zijn zuster, was
Isis. Hij trouwde daarmee. Dergelijke huwelijken tussen broers en zussen
waren eveneens gangbaar bij de Egyptische farao's. |
|
||||||||
|
|
Isis
was de dochter van Geb en Nut, de god van de aarde en de godin van de
hemel. Isis was de zuster van haar echtgenoot Osiris en van Nephthys en
Seth. Horus is haar zoon. |
Isis |
||||||||
|
Horus |
Horus
-de verre- is de valkengod. Zijn strijdlust en zijn vliegkunst maakten
de valk uiteindelijk tot de koning der goden. Horus is daarom de
Hemelgod die zijn vleugels over de aarde uitspreidt. In de onderwereld
leidt Horus de doden naar Osiris, de god van de onderwereld. Horus is de
zoon van Osiris en diens zus Isis, Bastet hun dochter. Naast zijn verschijning als valk werd Horus ook vaak als een gevleugelde zonneschijf afgebeeld. Horus werd geboren na zelfbevruchting door zijn moeder Isis. Isis kon de penis van Osiris niet terugvinden toen zijn lichaam in 14 stukken was gesneden en in de Nijl was geworpen door hun broer Seth. Maar door magie kon ze zichzelf bevruchten. Uit vrees dat Seth haar zoon om het leven zou brengen, liet Isis het kind in een papyrusmandje in het noorden van de Nijldelta te water in de hoop dat het kind door iemand zou worden gevonden en grootgebracht. Zo gebeurde ook. Uiteindelijk is het Horus die Seth vermoordt. Horus heeft 4 zonen. In het Oude Rijk werd de farao gelijkgesteld met de god Horus. Na zijn dood werd de overleden farao dan een verpersoonlijking van Osiris en ging Horus over op de levende persoon van de nieuwe farao. Het gevolg daarvan is te zien in de namen die de farao kreeg na zijn kroning: Horus werd als onderdeel in de koninklijke titel opgenomen. Later zouden farao’s worden gezien als zonen van Ra, wat hen minder macht gaf. Ze moesten nu immers verantwoording afleggen. |
|
||||||||
|
|
Seth werd
gezien als de god van de woestijn, de chaos, de onvruchtbaarheid, van
stof en kale grond en als een vijand van de mens. Ook werd hij gezien
als de god van de chaotische krachten en als de personificatie van het
kwaad. Hij werd afgebeeld als een mens met een dierenkop. Welk dier
daarvoor model heeft gestaan is niet bekend. In de kop zitten elementen
van een ezel, een antilope en een okapi, met een kromme snuit en
afstaande gespleten oren. Er is ook wel geopperd is dat het de kop van
een springspitsmuis of een aardvarken zou kunnen zijn. Varkens en ezels
waren aan hem gewijd en speelden ook een rol in zijn eredienst. Seth hielp -in de onderwereld- de Zonnegod te beschermen tegen de aanvallen van de gevaarlijke Apophisslang. |
Seth |
||||||||
|
Hathor
|
Hathor
betekent Huis van Hor(us). Hathor is een Moedergodin in de Egyptische
Mythologie, ‘moeder van de moeders’ en ‘moeder van de goden’ genoemd.
Het woord 'huis' werd in de oud- Egyptische cultuur overdrachtelijk
gebruikt voor het moederlichaam, dat symbolisch als een vat werd
beschouwd, in dit geval alomvattend. Hathor werd in haar oudste vorm afgebeeld als een koe, later soms ook met een leeuwenkop als gevolg van haar verbinding Sechmet. Soms had ze 2 gezichten, één dat vooruit keek en het andere dat terugkeek. In later tijd kreeg Hathor hoe langer hoe meer attributen van de troongodin Isis en werd met haar vereenzelvigd. Isis-Hathor -de vereniging van Hathor en Isis- was de meest populaire godin van heel Egypte. Deze godin was het toonbeeld van schoonheid, vreugde, macht en moederschap. Ze was een godin die vele associaties had en dus veel invloed, zij was de ultieme godenkoningin. |
|
||||||||
|
|
De godin
Sechmet -de Machtige- werd ook wel het Oog van Ra genoemd. Ze is de
vrouw van Ptah. Sechmet had een leeuwenkop en was de godin van de
oorlog. Zij was brengster van onheil, ziekten en epidemieën. In de ogen
van de Egyptenaren was ze een zeer krachtige godin. Sechmet
symboliseerde de verwoestende kracht van de zon. Haar cultus vond vooral
plaats in Memphis. Sechmet is de destructieve vorm van de godin Hathor en de dochter van Ra. In de Egyptische mythologie was de zonnegod Ra -of Re- de eerste farao, maar op den duur werd zijn menselijk lichaam oud en de mensen hoonden hem weg. Hierop zond hij Hathor in de vorm van Sechmet naar de aarde, waar de godin haar bloeddorst op de mensen botvierde. Uiteindelijk lieten de goden haar een meer van bier drinken, waarvan Sechmet dacht dat het bloed was, om zo de slachtingen een halt toe te roepen. In de loop der tijd vereerden de Egyptenaren Hathor en Sechmet als 2 verschillende godheden, hoewel zij oorspronkelijk aspecten van dezelfde godheid waren. Sechmet kon ziekten veroorzaken, maar werd ook vaak aangeroepen om een ziekte te genezen. |
Sechmet |
||||||||
|
Ptah |
Ptah is de
pottenbakker onder de goden en ook de brenger van de smeedkunst en de
beeldhouwkunst. Hij schiep de mensheid op zijn pottenbakkerswiel en
staat de mensheid altijd bij. Hij vormde ze uit klei en blies er een
goddelijke vonk in. Van hem wordt ook gezegd dat hij de wereld schiep
‘met gedachten uit zijn hart en woorden van zijn tong’. Hij stond
symbool voor stabiliteit en rust. Ptah wordt voorgesteld als een rijzige man met sluitende kleding en een nauwe hoofdkap. Hij draagt een maät met een ankh gecombineerd. Vanaf het Middenrijk werd hem ook een rechte baard gegeven. Ptah was de lokale godheid van de stad Memphis, lange tijd de hoofdstad van het Oude Rijk. Er is een versie van het Egyptisch scheppingsverhaal waarin niet de zonnegod Re de god van de schepping is, maar Ptah. Deze versie staat vereeuwigd op de Steen van Palermo die ooit de tempel van Ptah in Memphis sierde. Dit heiligdom noemde men Hwt-ka-Ptah oftewel 'Huis van de Geest van Ptah'. |
|
||||||||
|
|
Min was de
god die vooral als vruchtbaarheidsgod fungeerde, maar ook de beschermer
was van de gewassen, van de wegen en van alle reizigers in de woestijn.
Zijn afkomst is omstreden en lag waarschijnlijk ergens in het
buitenland, Eritrea of het oude koninkrijk Poent. Min is gemakkelijk te herkennen door zijn stijve fallus die hij soms in de linkerhand houdt. Dit houdt verband met zijn vruchtbaarheidsstatus. In de opgeheven rechterhand houdt hij een vlegel, als koninklijk symbool van macht. Hij wordt weergegeven als een gemummificeerde man en draagt een kroon met twee arendpluimen. De kroon is dezelfde als die van Amon en daarom ook werd hij er in latere tijden mee geïdentificeerd. Als Kamoetef, ‘stier van zijn moeder’, was Min ook een scheppende god (van de plantengroei). |
Min |
||||||||
|
Sobek |
Sobek of
Sebek is de god van het water. De Nijl is ontstaan uit zijn zweet. Hij
had de kop van een krokodil -hij wordt daarom ook Krokodillengod
genoemd- en symboliseerde de vruchtbaarheid van de
Nijl en de kracht van de farao's. Sobek was de zoon van Neith en Seth en
werd vooral vereerd in Fayoem. De regio werd zo sterk geassocieerd met
de krokodillengod, dat de Grieken een stad in de buurt zelfs
Crocodilopolis noemden. In latere tijden werd Sobek gezien als
incarnatie van de god Amon. Op afbeeldingen is hij te zien als een man met
een krokodillenkop of een -gemummificeerde- krokodil. Vaak draagt Sobek
op zijn hoofd de zonneschijf met een cobra. In het Egyptisch dodenboek wordt Sobek genoemd als de god die Isis bijstond bij de geboorte van haar zoon Horus. Ook werd hij verantwoordelijk geacht voor de bescherming die Isis en haar zus Nephthys verleenden aan de doden. |
|
||||||||
|
|
Thot wordt
vaak afgebeeld als een baviaan of als een man met een ibiskop. De baviaan en
de ibis waren heilig voor hem. Tijdens het Oude Rijk werd Thot uitsluitend uitgebeeld als een baviaan. Apen hebben mensen altijd geboeid door hun mensachtige uiterlijk en gedrag. Het is niet zo gek om te denken dat apen diepere gedachten hebben en dat ze heel wijs zijn. Thot was de god van de wijsheid en zo werd de aap -in dit geval de mantelbaviaan- zijn heilige dier. Daarnaast zal hebben meegespeeld dat mantelbavianen 's ochtends de zon begroeten: ze maken een hoop kabaal als de zon opkomt. Thot gold als de secretaris en de plaatsvervanger van de zonnegod Re en zo lag het alweer voor de hand te denken dat de baviaan iets met Thot te maken had. Als plaatsvervanger van Re gold Horus ook als de god van de maan. Hij hielp Osiris bij het registreren van de uitslag van het wegen van de harten van de overledenen (het dodengericht). Thot was zo de bewaker van de kosmische orde (maät) en ook de god van de schrijfkunst. Als man met ibiskop draagt hij in zijn handen daarom vaak een schrijfpalet en pen. Zijn Egyptische naam Djehoety of Tehuti is afgeleid van de oudste naam voor 'ibis', namelijk djehoe of tehu. Een tweetal bijzonderheden: de snavel van een ibis lijkt op een schrijfriet (god van de schrijfkunst) en de curve van de snavel op de wassende maan (god van de maan)! |
Thot |
||||||||
|
Maät |
Maät is de
godin van de gerechtigheid. Zij is het zinnebeeld van de orde, de
waarheid en de rechtspraak. Maät wordt vanaf het Middenrijk de maatstaf
voor de hoofdrol van de farao: de kosmische orde handhaven voor de
vruchtbaarheid van het land en zijn bewoners. In sommige religieuze visies is Maät de dochter van Re en de echtgenote van Thot, maar ze maakt geen echt deel uit van het godengezelschap. Ze is meer een symbolische kracht. Dat is ook de reden dat er ook zo goed als geen mythen over haar bestaan. Symbool en voornaamste attribuut van Maät is de struisvogelveer, die zij meestal in een haarband op het hoofd draagt. Zij wordt bijna steeds zittend afgebeeld. Zitten betekent immers macht hebben in het oude-Egypte en zelfs nog vandaag de dag. In de ene hand houdt zij de scepter en in de andere de ‘ankh’, teken van leven. Het hart van een dode werd volgens het dodenboek tijdens het dodengericht gewogen op een weegschaal, met aan de ene kant het hart van de overledene en aan de andere kant de maät ,afgebeeld als veer. Er stond niet bij of het hart zwaarder, lichter of, gelijk moest zijn aan het gewicht van de maät. De hiërogliefweergave van de naam maät bestaat uit de struisvogelveer. |
|
||||||||
|
|
Taweret
was een huisgodin en kende geen eigen cultustempels. Ze was in
predynastieke tijden een moedergodin. Samen met de archaïsche god Bes
was Taweret ook beschermgodin bij geboorte en eerste zoogtijd. Taweret
werd dan ook afgebeeld als een drachtig vrouwelijk nijlpaard, een dier
dat bekendstond om de bescherming van haar jongen. Ze werd ook wel
afgebeeld rechtopstaand met de kop van een nijlpaard, de poten van een
leeuw, de staart van een krokodil en de afhangende borsten van een
oudere vrouw. Die gedaante moest kwaadaardige krachten bij de vrouwen
uit de buurt houden. Ondanks haar uiterlijk was ze enorm populair bij de
gewone Egyptenaren. |
Taweret/Opet |
||||||||
|
Mentoe/Monthoe |
Mentoe -of
Monthoe- was een Valkengod, vereerd in de regio van Thebe en in 4 grote
tempelsteden: Medamud, Karnak, Armant en Tod. Hij werd door diverse
koningen vereerd in het Middenrijk, in het Nieuwe rijk en in de
Grieks-Romeinse tijd (Alexander de Grote, Cleopatra VII). Zijn naam
wordt voor het eerst genoemd in de piramideteksten, maar de god werd pas
werkelijk belangrijk rond de 11e dynastie met zijn Thebaanse heersers.
Van die heersers droegen er 4 zijn naam: Mentoehotep I, II, III en IV.
Mentoehotep betekent: Mentoe is tevreden. De god kreeg toen ook de
status van nationale god. De god werd zelfs met Horus vereenzelvigd
onder de naam: Horus van de sterke arm, wat moet slaan op de
oorlogszuchtige kant van de god. In het midden van het Middenrijk werd
Mentoe gezien als de tegenpool van Ra van Heliopolis en ze werden ook
samen vereerd: Ment-Ra. Vanaf de 12e dynastie werd de invloed van de god minder en kwam Amon voor hem in de plaats. Hoewel, sommige farao's -in
de 13e dynastie Mentoehotep V en VI en in de 17e dynastie
Mentoehotep VII- streden nog in naam voor de god Mentoe. De echtgenoten
van Mentoe waren de Thebaanse godin Tjenenyet en de vrouwelijke
zonnegod Raettawy. Mentoe is in de historie verschillend afgebeeld, origineel was het een Valkengod, andere vormen kwamen met de tijd. Zijn wapen was een ceremoniële bijl. Koningin Ahhotep van de 18e dynastie beeldt Mentoe af als een griffioen, waarschijnlijk beïnvloed door Syrië. Soms draagt de god als wapen een Khepresh-zwaard als een symbool van de oorlog. Mentoe draagt een zonneschijf met een uraeus en met 2 pluimen van een struisvogel. Mentoe kon ook worden gezien in de gedaante van de heilige stier Buchis en in latere dynastieën als een man met een stierenkop. |
|
||||||||
|
|
Hapi was één van de 4
zonen van Horus en was de god van de Nijl en daarmee van de
vruchtbaarheid. Hij werd gezien als de bron van het leven. Hapi werd ook
wel eens gezien als godin, omdat Hapi beide geslachtskenmerken bezat en
werd afgebeeld als man met hangborsten en een bolle buik. De cultus van
Hapi was erg populair in de Nijlvallei ten tijde van het Oude Egypte.
Egypte was voor de landbouw afhankelijk van de jaarlijkse overstroming
van de Nijl en er werd geloofd dat Hapi daarvoor zorgde en zo
vruchtbaarheid bracht. Er werden offergaven gegeven om Hapi gunstig te
stemmen en ervoor te zorgen dat het wassen van de Nijl -ook wel 'de
komst van Hapi' genoemd- groot was,
|
Hapi |
|
Khepri |
Khepri was een
scheppergod in het Oude Egypte die later een verschijningsvorm van de
Zonnegod Ra werd. Hij werd specifiek geassocieerd met de opkomende zon.
Zijn naam betekent ‘worden’ of ‘gebeuren’ en dat is dan ook het achter
dit symbool liggend filosofisch concept. De Egyptenaren geloofden dat de
god uit zichzelf was ontstaan. Hij had dus geen vader of moeder.
Alhoewel het om een zeer archaïsche godheid gaat, verschijnen amuletten
met de mestkever of scarabee pas in het Middenrijk. Zijn associatie
daarmee lijkt niet vanzelfsprekend, maar kan toch duidelijk worden
verklaard. De oude Egyptenaren geloofden dat de mestkever altijd van het
mannelijk geslacht was en zich voortplantte door sperma in een mestbal
te brengen. Deze zogeheten zelfgenese leek op die van de
scheppergod Khepri die geen vader en geen moeder had. De god Khepri was erg populair in het Oude Egypte en er zijn talrijke afbeeldingen van de mestkever in de vorm van amuletten, die de dode moesten beschermen tegen onheil, en schilderingen op de muren van graven. Het centrum van de cultus van Khepri lag in Heliopolis, de stad van de zon.
|
|
|
|
De god Nefertem vormt
samen met de scheppingsgod Ptah en de Leeuwinnengodin de Memphitische
Triade. Zijn naam betekent 'de Welriekende'. Hij wordt steeds afgebeeld
met een lotusbloem op zijn hoofd of met waterlelies in zijn hand. In één
van de legendes stijgt uit het oerwater Noen een lotusbloem naar de
oppervlakte. Hij gold daarom als 'de grote Lotusbloem die uit de
oeroceaan oprijst'. In de bloemkelk die langzaam opengaat, verschijnt de
zonnegod Re. Omdat de schepping van Nefertem op dezelfde manier
plaatsvond als die van Re, wordt hij in sommige versies 'de jonge Atoem
uit Heliopolis' genoemd. Omdat hij deel uit maakte van de
Memphitische Triade was zijn cultuscentrum tijdens het Oude Rijk in de
hoofdstad Memphis. Nefertem had verschillende aspecten naast het parfum. In de tijd van de oud-Egyptenaren was parfum bijna iets sacraals, net zoiets als aromatherapie nu. Het had een grote spirituele waarde en werd niet zoals vandaag de dag als een vloeistof met een aangename geur gezien. Nefertem was naast Parfumgod ook een helende god. Hij gebruikte voornamelijk de blauwe lelie voor zijn heilzame werking. Aan hem werden dan ook vaak bloemen en lelies geofferd. |
Nefertem |